Campveerse-Mastbosch-Buitenlust

Zo maar drie dagen in februari, bij uitstek de gelegenheid om drie herbergen aan elkaar te knopen. Te beginnen met de Campveerse Toren in Veere. Al honderden jaren een herberg, gevestigd in wat nu een restant is van de vestingwerken van het ooit zo machtige Veere. Februari wil zeggen: rust in het stadje. Er lopen wat verdwaalde Russische, Belgische en Duitse toeristen rond, maar dat is ook alles. Al wandelend door het stille Veere zie je hoe elk huis wel een monument is of lijkt. Vrijwel elk huis heeft een naam en een achterommetje. Van rijtjeshuizen houden ze niet, ook niet bij nieuwbouw.


Na het stadje is de omgeving aan de beurt – met een rondrit op de fiets door de noordoosthoek van Walcheren, langs plaatsjes als Vrouwenpolder, Breezand, Oostkapelle, Serooskerke en Gaponge. En daarna een wandeling langs de kreken en geulen van het Veerse Bos. Adembenemend mooi en stiller dan stil, met uitzondering van de vogels die nu al de lente in hun kop hebben. En het verblijf in de Campveerse Toren zelf? Natuurlijk klasse, anders zouden ze niet op deze website staan.

Meer weten: Campveerse Toren

Na Veere is de volgende dag Breda aan de beurt. De stad hijgt en kreunt nog na als gevolg van drie dagen carnaval. Mastbosch Hotel – aan de zuidkant van de stad gelegen, tegen de rand van het gelijknamige Mastbos aan – heeft daar weinig last van. Wat ooit begon als een uit de hand gelopen grap van een overmoedige kapitein, is nu een flink hotel dat tegelijkertijd modern is en de nostalgische sfeer van vroeger ademt. Het hout glimt net als het koper, de houten ventilatoren zoeven traag aan het donkere plafond en de Heeren van Oranje dient als gastvrije gelagkamer en klassiek restaurant tegelijk. Vanuit het hotel loop je zo het Mastbos zonder ch in. Enthousiast gebruikt door de inwoners die er wandelen, joggen, fietsen, spelen en zich vermaken. Door de grootte van het bos heb je weinig last van de medemensen, die elkaar zonder uitzondering bij het voorbijgaan groeten.


Ondanks de regen staat er toch een fietstocht op het programma, door de groene corridors die om de stad Breda liggen. Weliswaar ingeklemd tussen de snelwegen, maar de rust is snel gevonden wanneer we die achter ons laten. Ook hier welvarend boerenland, afgewisseld met rustieke bosschages en waterstromen als de Galdersche Beek, de Kerschelse Beek en de Boven-Mark. Als de regen stopt, barsten de vogels weer los. Het lijkt Veere wel.

Meer weten: Mastbosch Hotel Breda

De rondreis eindigt in Amerongen, in weer een andere provincie. De herberg van bestemming is Buitenlust, met net als alle andere herbergen een lange historie en een mooi terras, om maar een paar selectiecriteria te noemen. Het dorp is natuurlijk een groot museum, waardoor het aangenaam wandelen is, zeker als de eerste lentezon doorbreekt.


Aan te raden is om aan het eind van de dag – als de eventuele dagjesmensen zijn verdwenen – door de tuinen van Kasteel Amerongen te dwalen. Piekfijn onderhouden, een echo van de grandeur van lang vervlogen tijden. In de tuinen is ook een restaurant gevestigd, vandaar dat het hek openblijft, maar onze voorkeur gaat ernaar uit om niet alleen in Buitenlust te overnachten, maar er ook te eten. Dat doen meer mensen, zodat het een gezellige drukte is waardoorheen het bedienend personeel relaxed en met een glimlach laveert. Slot van een mooie rondreis.

Meer weten: Buitenlust Amerongen