Een verademing – dat is toch hoe de meeste gasten van de Smidse deze plek in Epen in het zuiden van Limburg karakteriseren. In de ruim honderd jaar dat de herberg bestaat, is er natuurlijk wel wat veranderd, maar ook weer niet al te veel. Slapen op de hooizolder is niet meer mogelijk, maar de kamers ademen nog wel de sfeer van vroeger door het ontbreken van televisie, telefoon of minibar. Wie dat een gemis vindt, moet de Smidse vermijden, maar ziet dan wel van een onvergetelijke ervaring af.
De bedden op de tien kamers en in de zes appartementen - allemaal in dezelfde vriendelijke inrichting die deze herberg kenmerkt - zijn natuurlijk wel van de kwaliteit die we tegenwoordig verwachten. Dat is des te belangrijker omdat de meeste gasten van de Smidse overdag bijzonder actief in de weer zijn met wandelen of fietsen in de omgeving. Na terugkeer staat het fraai gelegen terras ter beschikking – met altijd wel een plek in de zon of in de schaduw, al naar gelang de individuele wensen – en bij slecht weer biedt de warme en gezellige eetkamer uitkomst, met een indrukwekkend uitzicht op het Geuldal. De sfeer is kneuterig in de meest positieve zin van het woord, zoals de eigenaren ook zelf op de website trots benadrukken. En er zijn de allerbeste vlaaien van heel Limburg te krijgen.
In 1860 neemt hoefsmid Jan Theodoor Bessems een smederij in Epen over. Jan wordt later als smid opgevolgd door zijn zoon Johannes Joseph Hubertus Bessems, die getrouwd is met de uit België afkomstige Marie Louise Hubertine Meessen. Na hun huwelijk in 1902 begint Marie Louise – die later in de familie bekend zal staan als oma Bessems – in de smederij ook een winkeltje. Daar verkoopt ze van alles en nog wat: van spijkers, behang en koloniale waren tot kruiwagens en stoffen. Tegen een kleine vergoeding kunnen reizigers blijven slapen op de hooizolder of in tentjes op het weiland ertegenover. ’s Avonds eten zij met de pot mee bij de smid, zijn vrouw en de steeds groter wordende kinderschare.
Sindsdien is de Smidse eigendom van de familie Bessems gebleven, tot op de dag van vandaag. Op oude prentbriefkaarten wordt de herberg nog vaak als het Pension Bessems aangeduid, dat decennialang door de zussen Mina en Truus Bessems (dochters van oma Bessems) wordt uitgebaat. Vanaf eind jaren 80 is hun nichtje Cecile Bessems eigenaar van de herberg en krijgt de Smidse steeds meer bekendheid als pleisterplaats voor de fietser, wandelaar en natuurliefhebber: fiets-, rugzak- en bergschoenvriendelijk! Sinds 2007 staat alweer de vijfde generatie van de familie Bessems aan het roer, in de persoon van Cecile’s achterneef Yvo Creusen en zijn echtgenote Pauline. Zij zetten met veel enthousiasme het werk van de voorgaande generaties voort.
Epen met de vele vakwerkhuisjes is onderdeel van de gemeente Gulpen-Wittem in het uiterste zuiden van Limburg. In 1041 duikt de naam voor het eerst op als ‘Apine’. In 1056 wordt het dorp eigendom van de Abdij van Burtscheid bij Aken. Tot aan het begin van de Franse tijd in 1794 blijven de Epense bezittingen in handen van dit cisterciënzerinnenklooster, ruim 700 jaar dus. Na de middeleeuwen heeft de omgeving veel te lijden van oorlogshandelingen en van rondtrekkende bendes gedeserteerde soldaten. Er heerst volop armoede, waarschijnlijk ook een van de redenen dat er zo veel vakwerkgebouwen zijn blijven bestaan.
Pas in de 20e eeuw begint de welvaart toe te nemen. Epen wordt dan toeristisch ontdekt door mensen met belangstelling voor de natuur en voor de geologie, onder wie Eli Heimans. Deze onderwijzer is een van de oprichters van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en schrijft in 1911 naar aanleiding van een vakantie in Epen het boekje ‘Uit ons Krijtland’ - dé reisgids uit die tijd.
Epen ligt midden in het Krijtland, ook wel Mergelland genoemd. Beide etiketten verwijzen naar het krijt- of mergelgesteente waarvan de winning veel invloed heeft gehad op de omgeving. Denk aan de mergelgrotten die nu veelal in gebruik zijn als champignonkwekerijen of door vleermuizen.
Onder de oppervlakte van het mergellandschap is een gigantisch gangenstelsel ontstaan als gevolg van de mergelwinning. Dit ondergrondse labyrint telt meer dan 22.000 gangen die samen meer dan 240 kilometer beslaan. Het labyrint en de bijbehorende grotten zijn nog steeds te bewonderen.
Ook boven de grond is voldoende te beleven voor wandelaars en fietsers dankzij de vele natuurgebieden in de omgeving van Epen, zoals het Geuldal, het Onderste Bosch en het Bovenste Bosch in het zuidwesten, het Kruisbos en het Schweibergerbos in het noordwesten en het Vijlenerbos in het oosten. Zo is vanuit de Smidse zeker de mooie en pittige wandeling van 90 minuten aan te raden naar Het Hijgend Hert, de enige berghut van Nederland.
Voor fietsers is de Mergelandroute misschien wel de bekendste van de vele mogelijkheden om hier de benen te testen. Veel wandelroutes voeren door weilanden, boomgaarden en andere privébezittingen, waarbij je toegang krijgt door de ‘stegelkes’. Op visitzuidlimburg.nl zijn meer dan 300 wandelingen en fietsroutes in de wijde omgeving te vinden. In Epen komt tot slot het voor Nederland unieke zinkviooltje voor. Dit komt doordat er zinkerts in de bodem aanwezig is. Dat zink wordt door de Geul aangevoerd vanuit het Belgische Kelmis, waar tot in de 20e eeuw diverse zinkmijnen actief waren. Naast het zinkviooltje groeien er zinkboerenkers, blaassilene en schapengras - ook al zo bijzonder.
Bronnen: Herberg de Smidse | Stichting Heemkunde Epen, Visit Zuid-Limburg, Wikipedia
Pictogram: aambeeld pixabay.com
In het dorp Epen in het Krijtland, op de weg naar Camerig
Restaurant Herberg Hotel de Smidse
Molenweg 9
6285 NJ Epen
(043) 455 12 53
info@smidse.nl
https://www.smidse.nl/
7 dagen per week
1902
Yvo en Pauline Creusen (2007)
Molenweg 9, 6285 NJ Epen, NL